vrijdag 17 april 2009

Piet en Tineke in Suriname!

17 april - 8 mei 2009

Onderweg
Piet en Tineke zitten in het vliegtuig, eindelijk! Gisteren belden ze, en gaven aan dat ze 10 uur vertraging zouden hebben. Gelukkig wisten ze het van te voren, zodat ze wat later richting Schiphol konden. Maar de vertraging bleek nog wat meer te worden... Op een gegeven moment kregen we smsje van Piet en Tineke dat ze aan het boarden waren, dus dat klonk goed.
Wij hadden de hele dag al druk SLM zitten bellen. Je moet al behoorlijk veel moeite doen om iemand aan de lijn te krijgen. Als je dan iemand krijgt, zeggen ze dat je over een uur of over een halve dag terug kan bellen, dat zij nog van niks weten... Maar op een gegeven moment zeiden ze dat ze vertrokken waren, na veel gezeur zij de telefoniste dat ze in de lucht waren, maar dat de aankomsttijd nog niet bekend was en dat het vliegtuig ook nog terug kon keren (?).
Een paar minuten daarna het volgende smsje: 'Stiekem mobiel weer aan. 21.30 uur startpoging geweest, vuur uit motor, onrust, gaan terug naar gate. Wordt vervolgd!'.
In een aantal smsjes krijgen we nog wat meer informatie, mensen mogen er uit die willen, technische dienst die aan het gerusstellen is, veel consternatie, warmte, dorst in het vliegtuig. Maar technische dienst keurt alles goed, en vliegtuig vertrekt. Om half 4 ('s nachts) Surinaamse tijd (half 9 's ochtends Nederlandse tijd) zal hij landen. Eindelijk wilde SLM dat vertellen.
Dus dat was vast een vermoeiende tocht voor Piet en Tien. Wij zo even slapen, en dan richting vliegveld.

Piet en Tineke hebben wel heel vroeg in hun reis moeten beleven dat je in Suriname nooit weet wat je te wachten staat...

Door de dagelijkse aantekening van Piet en het typewerk van Tineke, hebben we een enorm verhaal.

Matapica

Het uitstapje van het eerste weekend hebben we ondanks de rare nacht toch door laten gaan. Aan het einde van de ochtend vertrokken we. Onderweg vertraging door een bekeuring van de politie voor het niet bij ons hebben van autopapieren. Na wat groente kopen langs de weg kwamen we aan in Mariënburg (Commewijne). Daar stoken we met een bootje de rivier over naar plantage Johanna Margaretha. Vanaf daar vertrokken we met kleinere bootjes naar Matapica.

Een obstakel onderweg



We vaarden een groot deel van de tijd door ‘swamp’: moerasgebied met hele smalle vaargeultjes, tussen de bomen en planten door.

Na zo'n 1,5 uur waren we er.

We hadden een hut op het strand met daarin kleine tentjes. Piet en Tineke maakten kennis met de hangmat.

’s Middags nog heerlijk over het strand gewandeld. Vlakbij het strand zagen we een reuzenschildpad zwemmen.



’s Avonds gingen we het strand op om reuzenschildpadden (leatherback-schildpadden) te zoeken. Al heel snel vonden we een aantal. Voor onze neus waren ze bezig met eieren leggen.

Na een nacht vol muskieten namen we ’s ochtends een duik in de zee. Daar genoten we een behoorlijke tijd van de heerlijke golven!

Marit verdwijnt in een golf

Daarna gingen we samen met een jongen van Stinasu (Stichting Natuurbehoud Suriname) eieren verplaatsen van de schildpadden die de afgelopen nacht de eieren te dicht bij de kust hadden gelegd. Dat betekende dat we de eieren moesten zoeken, opgraven (per nest wel meer dan honderd eieren) en iets verder het strand op weer een nieuw gat moesten graven.


Het tweede nest vonden we niet. Maar de jongen van Stinasu zag wel een schildpad aan land komen. Nu in het licht was geweldig te zien hoe het beest een gat maakt en eieren legt.
’s Middags weer terug in het bootje met onderweg veel vogels.




Ston Island
Na nog een paar daagjes werken voor Marit en Joep en wat uitstapjes rond de stad voor Piet en Tineke vertrokken we naar het binnenland. We maakten een trip van 7 nachten.



Onze eerste stop was Ston Island aan het stuwmeer. Daar kwamen we naar een uur of drie op de enorm hobbelige en slechte bauxietweg rijden. Op Ston Island hadden we een mooi houten hutje en daarnaast nog een enorme hut voor onze hangmatten.

Onze hutjes




De volgende dag zijn we met de bootsman/beheerder ‘Man’ over het stuwmeer gaan varen. We zijn aan land gegaan bij een kleine waterval. We zijn over rotsen en door het bos een heel stuk naar boven geklommen. Onderweg grote felblauwe vlinders en een kleine slang. Verder nog naar de houtzagerij aan het meer gevaren, waar het hardhout uit het meer wordt verwerkt.



Bij het kamp kwamen we een luiaard tegen die uit de boom klom en naar het water ging.


’s Middags hebben we een wandeling gemaakt. Marit zag een aapje en een boshond! ’s Avonds de brulapen gehoord en grote vuurvliegjes vlogen rond.





Gunsi
Na twee nachten Ston Island rijden we verder richting Atyoni.

No even tanken bij het pompstation in Brownsweg

We rijden verder over nog slechter wordende weg met af en toe bijna onneembare hindernissen. Na een uur rijden blijkt dat we nog geen 15 km hebben afgelegd. We komen grote stukken blubber tegen. Daarin zitten grote sporen van de vele vrachtwagens die met de weg bezig zijn. De sporen zijn zo diep dat het lastig is voor ons nu klein lijkende wagentje. Meerdere keren stappen we uit om te kijken hoe we er door moeten: rechtsom, linksom, middendoor, waar moeten de wielen, zodat we niet vast komen te zitten. Met veel geglibber en gehobbel, de 4wheeldrive aan en de rijkunst van Joep komen we door heel wat moeilijke stukken. Eén keer kwamen we vast te zitten. We probeerden de hoge vrachtwagensporen te omzeilen, reden langs de zijkant, maar de auto gleed weg in de greppel. Wij waren net begonnen met de auto uitladen om een schep en planken te zoeken, toen een andere auto voorbij reed en ons er zo uit trok. We konden weer verder, en gelukkig hadden we het ergste stuk gehad.



We werden uit de greppel getrokken

Na nog een aantal uur rijden kwamen we aan in Atyoni, waar de weg ophoudt en we met de boot naar Gunsi vaarden.




In Gunsi slapen we in twee houten hutjes op een heuvel, met uitzicht op de rivier. Tijdens het bijkomen van de rit komen verschillende mensen kennis maken, waaronder de oude moeder van beheerder Wally.

Even uitrusten, op de achtergrond onze hutjes


Uitzicht op de Ferulasi-stroomversnelling

Bij onze dorpswandeling in het kleine dorpje Gunsi (ca. 150 inwoners) lopen we naar de kreek aan het eind van het dorp, daar worden we door een bewoonster gewaarschuwd niet te ver het bos in te gaan in verband met de spoedig invallende duisternis.



De volgende dag hebben we met gids Gilbert door het woud gewandeld. Piet en Tineke zijn druk met allerlei bosdingen verzamelen. We zien een grote slang weg schieten en een ander reptiel.



Na de wandelingen duiken we voor afkoeling in de rivier.

Plaatselijke jongetjes laten zich in het water vallen vanuit de boom

Kokkin Maria leert ons spullen op het hoofd dragen



Brian, de speelse kleinzoon van beheerder Wally


De volgende dag wandelen we zelf door het bos naar een nabijgelegen groter dorp (Nieuw Aurora/Laduani).



Aan de rand van het dorp leert een vrouw met bijl op haar hoofd ons goedemorgen zeggen in het Sarramacaans. Daarna worden we door het dorp geleid door vier dorpsjongetjes. Na een tijdje rondleiden maken ze steeds sterker duidelijke dat ze wel iets terug verwachten. Aan het eind krijgen ze een flesje sap en zijn tevreden. Op de terugweg naar Gunsi stapt Piet bijna op een kleine slang.






’s Middag zitten we klaar om met de boot verder stroomopwaarts te gaan

Pikin Slee
We gaan naar lodge ‘Pasensie’ in Pikin Slee, waar Kence het beheer heeft.


We kiezen voor een mooi houten hutje aan de rivier. Naast onze hut zijn rastafari’s (kunstenaars/houtbewerkers) bezig die meubels maken van hardhout.




Net na aankomst zijn er een aantal enorme windvlagen. Voor de lodge valt een halve boom neer, de kinderen hebben gelijk weer iets om mee te spelen.

De volgende dag laat Kence ons Pikin Slee zien. We zien hoe de bewoners van het dorp bezig met allerlei dagelijkse klussen. We zien onder andere verschillende stappen van bereiding van cassavebroden, oliebereiding uit diverse noten, drogen van pinda’s en rijst, kokosnoten.
Er lopen erg veel kinderen rond. De cultuur van de Marrons/ bosnegers staat de man meerdere vrouwen toe, mits hij er dan wel voor zorgt dat elke vrouw een huisje, een kostgrondje en wat kinderen krijgt.


Cassave wordt verwerkt tot cassavebrood


De broden liggen te bakken op de hete platen


Rechts het huis van de man, daarnaast 2 huisjes van zijn vrouwen

Moeder met haar kindjes op het wachtbankje voor de polikliniek van het dorp

Heerlijke cocosnoten!


Op de grond ligt rijst te drogen

Kinderen spelen in het museum in aanbouw in Pikin Slee

’s Middags met Frans, bejaardenverzorger uit Pikin Slee, door het bos en langs kostgrondjes naar het dorpje Futunakaba gelopen. Frans vertelt honderduit over van alles en nog wat, vertelt waar hij zich druk over maakt, onder andere over de rijstpelmachines die niet worden gebruikt. In Futunakaba maken we kennis met de kapitein van het dorp en worden we ook voorgesteld aan bijna elk ander persoon die we tegenkomen. We kopen onderweg handgemaakte houten peddels. Op de terugweg is Frans helemaal de koning te rijk als hij ontdekt dat hij met een echte dokter op stap is! Hij heeft als bejaardenverzorger allerlei vragen voor de dokter, over groenten, het geven van vitaminen, over het praten met bejaarden en over het bijhouden van gegevens in boekjes.





Babunhol
De volgende dag varen en rijden we weer een stuk richting stad. De weg is op de heel slechte stukken intussen wat verbeterd, zodat het rijden wat sneller verloopt. We overnachten in ‘Babunhol’, daar zijn we de enige gasten. Na aankomst zwemmen we in de Surinamerivier.


Piet leert een cocusnoot openhakken

Na al die dagen in het binnenland van de plaatselijke kokkinnen gegeten te hebben, moesten we nu zelf koken. Vleermuizen en fel oplichtende vuurvliegen vlogen ’s nachts rond.
De volgende ochtend een pannenkoeken-ontbijt, bij gebrek aan brood. Daarna een wandeling met heel wat geklauter over en onder gevallen boomstammen. Na afkoeling in de Suriname-rivier, weer inpakken en terug naar de stad.






Twee daagjes in en rondom de stad
Wat we deden: Uitslapen, uitrusten, wassen, uit eten, auto van rood weer groen maken en nadenken over de volgende dagen. Ook nog een dag wezen varen.


We zijn met de boot naar Braamspunt gevaren, een vissersdorpje opgebouwd uit golfplaten. Er wordt op eenvoudige manier gevist, netten met stokken in zee. Bij de hutten worden de vissen en garnalen gedroogd. Een babbeltje maken, vinden de vissers wel leuk. Een van hen leidt ons naar een plek waar een leatherback-schildpad eieren heeft gelegd. Hij verteld dat andere mensen het nest al leeggemaakt hebben.

Vis ligt te drogen bij Braamspunt



De dolfijnen laten zich deze keer moeilijk zien. Onderweg komen we er gelukkig toch nog een aantal tegen onderweg naar Frederiksdorp. Frederiksdorp is een plantage waar de huidige eigenaar die er nu 28 jaar woont een aantal huizen in authentieke staat heeft gerestaureerd. De tuin ziet er ook schitterend uit, de plantage is nu een wildernis.


Een enorme leguaan kwamen we tegen

Frederiksdorp



Saraban
We gaan 2 nachtjes richting West Suriname. We rijden door bos en savanne. Ook deze weg had grote gaten en kuilen! We overnachten twee nachten in hangmatten in kamp Saraban in ressort Bigi Poika. Daar zijn we de enige gasten. De beheerder zit een paar km verder op, maar verder is er niemand in de nabije omtrek.


We zijn op oriëntatietocht het kreekje tegenover de hut overgegaan. Het ‘pad’ liep al snel dood. Oversteken over een lange omgevallen boomstam vonden wij -op Joep na- iets te risicovol.




Aan het eind van de middag werd hout gesprokkeld en ’s avonds genoten wij van een zelf aangelegd vuur.


De nacht in de hangmatten ging prima (mede dankzij de Borgoe-cola voor het slapen?). De geluiden uit het woud komen indrukwekkend de hut binnen. Vogels, kikkers, kevers en de brulapen lieten luid en duidelijk van zich horen.


’s Morgens nadat Joep een vislijn had uitgezet, zijn we met de auto een pad afgereden. Plotseling staken vier vreemde diertjes het pad over. Iedereen was zo verrast dat niemand snel genoeg was met fotograferen. Verschillende ‘paden’ bewandelt, maar de paden veranderden snel in bos. Daarna nog wat rondgereden langs een weiland/boerderij, daar zagen we merkwaardige ‘hangoor’koeien.



Bij terugkomst viel de visvangst tegen. Waarschijnlijk door het gebruikte materiaal.
Voor het vuur weer hout gaan verzamelen. Er werden steeds grotere boomdelen opgehaald, die achter de auto werden versleept naar onze hut.


Tineke zorgde voor een lekkere maaltijd (gebakken in pindakaas wegens het ontbreken van olie). Deze werkzaamheden deden we nog snel voor het donker worden, omdat er geen licht was, alleen zaklampen, kaarsjes en ’t vuur. Het nachtvuur zorgde weer voor een gezellige afsluiting van deze dag.



De volgende ochtend nog even van ons plekje in de natuur genoten. Bij vertrek kwamen we weer een beest tegen waar we geen naam voor hebben.

Piet legt de planken op de brug wat recht

Onderweg naar de stad zijn we langs de indianennederzetting ‘Mantamo’ gereden, waar de kleine gemeenschap als bestaansmiddel voornamelijk het pottenbakken heeft.


De laatste dagen
De laatste dagen waren wij weer aan het werk en is Piet vooral druk bezig geweest met de politie in verband met de ‘laten liggen’ camera. Het bewijs voor de verzekering ophalen ging niet zomaar, daarvoor is Piet drie keer op het bureau geweest. Er moest eerst onderzoek plaatsvinden. Piet is mee geweest op ‘onderzoek’ met de politie. Samen met de politieman ging hij naar de Vlinderkwekerij waar de camera misschien een paar weken geleden was laten liggen. Ook werd de taxichauffeur gebeld waar ze mee waren gereden. Na een paar uur was dit onderzoek afgerond en kon Piet met zijn papiertje weer naar huis.
Vrijdag naar het vliegveld. Op weg ernaartoe was het behoorlijk druk, maar we waren gelukkig niet de laatsten. Van de incheck-rij konden ze gelijk door naar de douane-rij. Deze keer ging het vliegtuig precies op tijd. Vandaag hoorden we dat Piet en Tineke heel wat controles hebben ondergaan, fouilleren, handbagage uitpakken, koffers open, controleren van de rumflessen op coke.

Het was een geweldige tijd, met voor ons allemaal nieuwe en bijzondere belevenissen. We hebben heel wat afgereisd en daardoor veel gezien en meegemaakt. Het was echt genieten! Het was erg leuk om Piet en Tineke te laten zien waar wij nu al bijna een jaar wonen.