zondag 20 september 2009

Met Linda en Bartek in Suriname en Tobago


De eerste week
Zaterdag 29 augustus kwamen Bartek en Linda de aankomsthal uitlopen.
De volgende dag optijd op om naar het strand bij Matapica te gaan. Omdat het nu droge tijd is, was de normale route door het swamp (moerras) niet mogelijk. We hadden geluk dat sinds 2 dagen de ‘vaargeul’ afgegraven was. Met de smalle, wankele korjaaltjes, onderweg nog wat duw- en trekwerk, waren we in een klein uur bij de zee. Onderweg veel vogels zien wegvliegen, waaronder de felrode ibis.
Bartek en Joep hadden hun kite-surf spullen ook meegenomen. Bij aankomst helaas geen wind dus de hangmatten worden in de hut geinstalleerd en wachten op de wind, schildpadden, lekker relaxen en van de zon en zee genieten, lekker zwemmen in de golven.




Bartek en Linda maken de eerste dag al goed kennis met het Surinaamse eten. We krijgen een Surinaamse maaltijd met vis uit het swamp. En een Surinaams mevrouwtje heeft allemaal Surinaamse vruchten mee en daarnaast moeten we ook proeven van haar meegebrachte maaltijd.
Als het een beetje begint te waaien proberen Joep en Bartek en een andere kitesurfer op het water te surfen, maar er is te weinig wind om goed te surfen. Tijdens een lange wandeling over het strand z$agen we verschillende nesten die kort geleden gemaakt waren, sporen van reuzenschildpadden en sporen van kleintjes, verder aangespoelde vissen en enkele dode mini-schildpadjes. Toen we bijna weer terug waren wees Frits de bootsman Marit en Linda op een schildpaddennest die uit aan het komen was. Ze waren al druk aan het krioelen toen Bartek en Joep eindelijk aan kwamen lopen. Frits werd ook ongeduldig omdat het al snel donker werd. Maar we zagen de kleine schildpadden nog in de grote zee verdwijnen.
Terug in de boot zagen we een mooie zonsondergang en werden we belaagd door de vele muggen die erg actief waren in dit gebied rond die tijd.



De eerste week van het bezoek van Bartek en Linda zijn Marit en Joep aan het werk. Bartek en Linda bekijken Paramaribo. Daarnaast een dag naar het strand bij White Beach, waar ze via een omweg komen door op een verkeerde plek te zijn afgezet door de taxichauffeur. ’s Middags gaan wij ook die kant op, nemen eten mee en nemen nog een duik in de rivier.


Een andere middag varen we met een bootje over de Suriname-rivier. We vonden dolfijnen, maar ze deden rustig aan. Verder nog even gewandeld over een strandje (Braamspunt) waar vissers wonen, maar wat langzaam steeds verder door de zee wordt weggespoeld.





Het binnenland van Suriname in
Donderdag gaan Bartek en Linda naar Brownsberg met openbaar vervoer. Het openbaar vervoer hield in: lang wachten tot het busje propvol zat met onder andere rasta-mannen en illegale goudzoekers, onderweg stoppen bij elk winkeltje waar de inzittenden wat kopen, uit het raam werd drugs verkocht etc. Zaterdag zagen we elkaar weer: Marit en Joep kwamen - ook met een vertraagd busje - op Brownsweg (dorpje aan de voet van de Brownsberg).



Na de autorit van een paar uur op de sterk verbeterde en deels gasfalteerde weg gingen we verder over de rivier naar het dorp Pikin Slee.



De volgende maken we op het allerwarmste moment van de dag een dorpswandeling met 'gids' Frans Doekoe. Frans kent iedereen in het dorp. Hij voert met iedereen een gesprek en hij stelt ons voor aan alle dorpsbewoners die we tegen komen. Dat was heel wat handenschudden in de hitte. Toch konden we mooi zien hoe de boslandcreolen in het binennland leven.



Een mevrouw 'die denkt als een zeemeermin' krijgt een rituele wassing, om van haar gedachten af te komen.


Onze uitdroging in de hitte werd weer enigsinds verholpen door het drinken van water uit de kokus. Bijna hadden we de kokussen misgelopen omdat gids Frans 1 SRD per kokus (0,25 euro cent) afzeterij vond, aangezien ze meestal voor 50 cent verkocht word, wij hadden 1 SRD er graag voor over.




Bartek en Joep doen nog wat niet-succesvolle vispogingen en we spoelen de warmte af in de Suriname-rivier tussen de pierings (pyranja’s) die nog niet gevangen zijn.



In de namiddag een boswandeling, opnieuw met Frans. We krijgen allerlei wetenswaardigheden te horen: over kostgrondjes waar cassave groeit die volgens een bepaald proces tot cassave brood gemaakt wordt. Voor de duidelijkheid geeft Frans dit bij elke cassave-plant opnieuw uitgebreid uitgelegd. Ook leerden we over de Bofroe. De Nederlandse vertaling zou Bofro zijn want in de OE in het Saramacaans is een OO in het Nederlands. Het was voor ons nog niet helemaal duidelijk, dus Frans deed zijn best. Het Bofroe was een dier, ja een dier, hoe groot? Zo groot als een boomstronk. Hij kon ook bijten. Toen was het ons wel helemaal duidelijk… Bij een vragen van onze kant kwam altijd een reactie van Frans, soms had het betrekking op de vraag, vaker ging het heel ergens anders over. Maar Frans genoot, hij kletste en kletste, of wij nu wel of niet luisterden, of het de eerste of de 10e keer was dat hij iets vertelde of we het nou begrepen of niet. Frans riep herhaaldelijk hoe gezellig het wel niet was om te wandelen in het bos. Onderweg worden vishengels uit het bos verzameld.



Daarna lekker zwemmen, genieten van de zonsondergang, zoeken naar de kaaimannen, bij gebrek aan kaaimannen de fles Borgoe maar open, van de sterren genieten, en vissen natuurlijk.




De volgende dag verder de rivier op. Het was een lange boottrip met een aantal obstakels. Een aantal sula’s, bij eentje blijven we steken en moet er heel wat duw, trek en wiebelwerk verricht worden voordat we verder gaan. En bij twee grote sula’s, eigenlijk meer watervallen, moeten we overstappen in een andere boot.

Mevrouw maakt een Boomkip (Leguaan) schoon, het schijnt naar kip te smaken.


Overstappen naar de volgende boot.


In de middag komen we aan in Kosindo Kajana. We hebben we een mooi verblijf in het dorp tussen de plaatselijke bevolking. Het hele dorpsgebeuren speelt zich voor onze neus af.



De mannen van het dorp maken zich klaar om een graf te graven voor een overleden dorpsbewoner.

De meisjes Sarah en Jennifer komen regelmatig even op bezoek.



We bekijken het dorp, baden en hengelen in de rivier. Bij het eten oefenen Marit en Linda nog met de Surinaamse manier van het dragen van een baby. De baby met de naam ‘Enthousiast’ vindt het allemaal prima.



Aan het water zien we een vrouw een reuzen-anjoemara klaarmaken.

De volgende dag weer vroeg op, want een echte boswandeling en klimpartij naar de Okkoberg. Bartek en Joep sjouwen voor minstens 2 dagen water mee, want je weet maar nooit. We komen onderweg een kleine tapijtslang tegen die in drie stukken gehakt word en een gifkikker, deze laten we leven.



De berg op is een behoorlijke klim, langs lianen en wortels moeten we omhoog klauteren langs grote verticale rotsen. Bovenop uitrusten en genieten van het uitzicht.





De kinderen uit het dorp die ook mee zijn met de wandeling doen het op slippers of blote voeten, water binden ze in een doek op hun rug.



‘s Avonds weer hengelen, want eens deze vakantie moet het toch lukken. Met wat andere haakjes eerst een paar kleine visjes gevangen, daarna kon het grote werk beginnen. Bartek en Joep stonden met hun hengels in de hand en Marit en Linda vroegen vistips aan een aantal lokale jongens die snorvis na snorvis achterelkaar het water uithalen. Het hakadvies van de kleine visjes volgden we op, waarna de grote vissen begonnen te bijten. Het resultaat: een mooi piering aan de haak. Gelukkig waren de lokals er nog die ons hielpen met dit beest welke onverwoestbaar lijkt te zijn. Nadat het beest al een tijd op het strand ligt, bijt het nog in alles wat in zijn bek gestopt wordt en bijt zo een visje doormidden. De lokals maken het beest schoon. Ook als het halve beest al ontleed is, leeft het nog. Het hartje klopt nog 10 minuten door buiten zijn lichaam. We zeggen dat de jongens de vis mogen hebben, zij vragen wat wij er voor willen hebben, wij hoeven er niks voor, zij verbaasd, want waarom hebben we hem dan gevangen. Als de vis geheel schoongemaakt is, vragen de jongens nog eens of wij hem echt niet zelf willen.





De volgende dag gaan we naar de Awaradam-soela waar we heerlijk met de stroom van de sula konden meegaan.




Na de lunch naar de airstrip om door een klein Antanov-vliegtuigje opgepikt te worden om zo in een uurtje weer in Paramaribo aan te komen.





Tobago
Na een regeldagje vertrekken we midden in de nacht via Trinidad naar Tobago. Daar aangekomen huren we een mini-opendak jeepje, waar we net met zijn vieren in kunnen en eigenlijk net-niet met surfspullen erbij, maar met een beetje geprop gaat het toch.
De eerste dag naar een kite-strand gegaan. De wind was niet al te hard, het was wat heen en weer lopen en dan met de wind mee surfen.



De volgende dag snorkelen we in een verlaten baai en gaan daarna op pad met het wagentje op zoek naar watervallen.



We rijden over de smalle bergweggetjes met regelmatig mooie uitzichten over het eiland en de zee. In een haventje zien we heel veel bruine pelikanen met topsnelheid het water induiken om vis te vangen.




Een van de avonden is er een straatfeest. We eten vis en kreeft van de BBQ eten en een steelband treed op.





Een van de dagen gaan we naar little Tobago, een klein eiland aan de andere kant van Tobago die vooral door vogels bewoond wordt. In de haven aangekomen worden we opgevangen door een bootsman, die ons naar het eiland wil brengen. Hij klimt op de reserveband achterop de auto en af en toe geeft hij een dreun op het dak, wanneer we moeten stoppen. Na een snelle, woeste bootrit zijn we op het eilandje. De paden die soms erg steil gingen, waren erg moeilijk begaanbaar op slippers. Na het wandelen en vogels zoeken die zich door de dichte begroeiing niet makkelijk lieten zien, zijn we gaan snorkelen bij het eiland. Zo mooi! Heel veel vissen, kleine, grote, snelle, langzame, allerlei kleuren vissen. Echt net of je in en aquarium zwemt.












Een volgende dag gaan we met een boot op pad om te vissen en te snorkelen. Bartek haalde de eerste Tonijn binnen die we opofferde voor de grote vissen. Na niet al te lange tijd kreeg Joep een hengel om te vechten met een King Fish welke uiteindelijk redelijk flexie binnengehaald werd. Daarna haalde Joep en Bartek nog een King Visje binnen en Linda nog wat zeewier en Bartek nog een tonijn. Zo was er genoeg voor de barbecue die in de middag volgde.
Ook gingen we snorkelen vanaf de boot bij een heel mooi rif met heel veel bijzondere vissen, echt weer super.








De volgende dag zouden we naar het water gaan om mogelijk te kite-surfen, alleen was er regen in plaats van wind.
De laatste dagen nog relaxen, zwemmen, snorkelen, rondrijden in het wagentje en genieten van mooie zonsondergangen.














Bartek achterop de auto op een bosweggetje op weg naar het strand

Het inchecken in Tobago gaat nogal moeizaam. Ze zijn een half uur met ons bezig, allerlei papieren moeten ingevuld worden en er moet van alles in de computer worden gezet en op de spullen van Bartek en Linda wordt al AMSTERDAM geplakt in plaats van Paramaribo. In Trinidad weer overstappen, Bartek en Linda hebben nog wat dollars over die ze niet makkelijk kwijt raken. We staan net bij de douane en horen we onze namen door de luidsprekers of we ons willen melden bij de gate. Stressen bij de douane en daarna rennend we naar de gate. Gelukkig toch nog wel op tijd.

De laatste nacht in Paramaribo was nog een spannende nacht. Alle vier hadden we geluiden gehoord. Te moe om te gaan kijken en uit bed te gaan, bleven we allemaal in bed. Maar bleek dat we allemaal nauwelijks hadden geslapen totdat het weer licht werd. Volgende dag nog eens over nagepraat. Bleek dat Bartek met zijn moeder in het Pools had gesproken aan de telefoon, dat had Joep gehoord en hun hadden Joep gehoord... :)


Het was weer een super leuke tijd. Erg leuk om Bartek en Linda Suriname te laten zien, belevenissen in het binnenland, de vakantie naar Tobago. Het vloog natuurlijk weer voorbij, nu nagenieten van de heerlijke weken.


Liefs Marit en Joep