Revalidatiecentrum bekijken & bezoek aan dorpje Mantamo
De eerste dag zijn ze komen kijken op Marit's werk. We hebben daar met zijn allen geluncht en ze konden kletsen met de collega's. 's Middags zijn we naar een oude plantage gereden en naar een indianendorpje (Mantamo) waar ze potten maken. Het dorpje was even zoeken. Op een gegeven moment zaten we op een piepklein weggetje in het oerwoud. Net toen we dachten dat we daar echt niet goed waren, zagen we een paar huisjes. Daar was het toch, een piepklein dorpje. We kregen een enorme plensbui, zo konden we mooi zien wat voor systemen ze hadden om het regenwater op te vangen. Op de foto hieronder zie je de kinderen van het dorp met het regenwater spelen.
Na even schuilen, ging de zon weer schijnen en konden we zien hoe de mensen bezig waren de potten maken, glad maken en in het vuur bakken.
Boottripje
De volgende dag een boottripje, onderweg veel dolfijnen gezien en op verschillende plekken eruit geweest (Braamspunt, Plantage Rust en Werk, Nieuw Amsterdam). Gegeten in een Javaans dorpje waar je alleen met de boot kan komen en wezen kijken bij Fort Nieuw Amsterdam (openluchtmuseum), daar werden we plotseling voorgesteld aan de (Nederlandse) directeur.
De stad
Volgende dag heeft Joep ze de stad laten zien. Marit stond de hele dag op een gezondheidsbeurs in de stad. Daar zijn ze natuurlijk ook wezen kijken.
Brownsberg
Zondag en maandag zijn we naar Brownsberg gegaan (natuurgebied). Na een klein uur over hobbelige asfaltweg begon de nog veel hobbeliger rode bauxietweg. De weg was enorm stoffig en er reden veel vrachtauto's omdat ze de weg gaan asfalteren. Wanneer er een tegenligger kwam of wanneer er een auto voor je reed zag je even helemaal niks. Onderweg zagen we een auto die daardoor gebotst was. Na een paar uur over de bauxietweg gingen we de Brownsberg omhoog. Een smalle weg, veel scherpe bochten, gaten in de weg, en soms erg stijl met diepe afgronden. Dat betekende dus bij veel bochten toeteren. Een spannende rit dus, vooral voor Elly, Femmy en Arien, want die waren de Surinaamse wegen nog totaal niet gewend.
We hebben één nacht bovenop de berg overnacht. We zijn daar naar uitzichtpunten en watervallen gewandeld. Daar kwam doordat het droge tijd was niet zoveel water uit, maar Joep, Marit en Arien hebben er toch onder gestaan. We hebben een grote slang, rare vogels en brulapen gezien (en gehoord, echt zo hard dat geluid van die brulapen!).
Fort Zeelandia en marrondorp Santigron
Volgende dag naar Fort Zeelandia (nationaal museum in het centrum van Paramaribo) geweest en we hebben ze het bosnegerdorpje Santigron laten zien, waar ze mooi konden zien hoe een moeder en haar dochter de afwas en de was in de rivier aan het doen waren.
Apoera en Blanche Marie vallen
Daarna een vierdaagse trip naar het binnenland. Eerst met een busje helemaal naar het westen van Suriname (Nieuw-Nickerie). Daar stapten we op een bootje en vaarden in meer dan 4 uur over een brede rivier naar Apoera. Daar sliepen we in een houten hut. 's middags konden we in de rivier zwemmen en aan het eind van de middag heeft de gids het dorp laten zien.
Arien en Joep zwemmen in de rivier
De volgende dag gingen we al vroeg weg, we gingen een dag en nacht naar Blanche Marie vallen. We gingen er heen met een pick-up auto. We konden achterin de bak zitten. Vasthouden was wel nodig, anders stuiterde je zo de bak uit. Eerst een paar uur een weg met eromheen alleen maar oerwoud. De laatste 15 km was een heel smal weggetje tussen de bomen en takken door. Om te paar tellen moest je bukken om een tak te ontwijken. En af en toe kwam de chauffeur met een kapmes om een tak of liaan weg te snijden en hij kwam zelf met zijn jachtgeweer om een ‘boskip’ te vangen. Onderweg een aantal bruggen waar de planken niet altijd even goed lagen, op de terugweg heeft Arien wat planken recht gelegd, zodat we er beter overeen konden rijden.
Het logeerhuis bij Blanche Marie vallen was echt enorm verwaarloosd, vleermuizen vlogen door de kamers en het was er enorm muf (scheen de vleermuizenstank te zijn). Dan was de simpele houten hut op Apoera beter. Maar de omgeving was super mooi. Vanuit het logeerhuis had je uitzicht op de rivier. Die middag zijn we naar de Blanche Marie vallen gelopen. Deze waterval had wel veel water en hebben daar gezwommen. Allemaal kleine visjes gingen aan je knabbelen. De kracht van de waterval was de groot om er onder te staan. Later op die dag nog bij een andere stroomversnelling wezen zwemmen. 's avonds met olielampjes en een vuurvliegje in een potje spelletjes gespeeld, want stroom was er niet.
Volgende dag nog even gewandeld door het oerwoud en bij de rivier. Daarna weer terug naar Apoera. Onderweg kregen we een lekke band. De band werd verwisseld en toen we weer een kwartier reden kregen we weer een lekke band! Niet zo gek, want de banden van de wagen waren wel heel erg versleten, het canvas was op sommige plekken te zien. Maar natuurlijk was er maar 1 reserveband mee. Gelukkig had de auto 4 achterwielen. Een van de achterwielen gingen naar voren, de lekke voorband ging naar achteren. Deze bandenwissel duurde wel wat langer, dus gingen Elly, Femmy, Joep, Marit en de kok Carla maar even onder de bomen bij een kreekje wachten, waar we nog net een kaaiman (kleine krokodil) zagen wegschieten. Na een uurtje konden we weer verder, de auto hing scheef, maar hebben het gehaald tot Apoera.
Elly, Femmy en kok Carla gingen toen lekker uitrusten in de hangmatten bij de hut. Joep, Marit, Arien en de gids gingen naar aangrenzende dorpjes lopen, langs de tuintjes, hutjes aan de rivier, kerkje, vliegveldje (grasveld), voetbalveld en de indianen-mensen en kinderen. Onderweg kwamen af en toe indianenkindjes die maar al te graag op de foto wilden. 's Avonds nog wezen kijken naar de domino-wedstrijd in het dorp, waar onze gids ook aan mee deed. Echt apart met hoeveel overgave de volwassenen een hele competitie domino hebben. Met veel lawaai gooien ze de steentjes op tafel, dat was volgens de spelers om af te leiden.
De volgende dag gingen we weer met de boot terug. Toen we weer op de kant waren hoorden we dat die avond daarvoor een bootje was omgeslagen. Toen wij daar vaarden dreven de lijken en overlevenden daar dus nog rond. Later lazen we dat 5 verdronken waren en 4 mensen met een zwemvest het hadden overleefd. Voortaan toch altijd maar een zwemvest om. Onderweg naar Paramaribo geluncht in Wageningen. Door het sluiten van een fabriek daar jaren geleden was het halve dorp onbewoond. Veel huizen waren helemaal begroeid of het balkon was compleet verdwenen.
Weer naar het vliegveld
De volgende dag, zondag, nog even langs Joeps werk gegaan en die avond vlogen ze, 3 uur later dan gepland, weer naar Nederland.
Super leuke weken gehad, voelde echt als vakantie!
We kijken nu al weer uit naar over een paar weken, want dan komen Jannette en Martijn voor 3 weken naar Suriname!! Super!! En voor april/mei hebben Piet en Tineke geboekt!
We hebben begrepen dat het in Nederland al behoorlijk koud aan het worden is. We krijgen berichten over winterjassen, dikke dekens, kachel aan, handschoenen en skibroek op de brommer aan. Echt apart, want hier is het nog steeds elke dag meer dan 30 graden. Wel af en toe een bui hoor. Vandaag liepen we een winkel naar binnen. 'Zie ginds komt de stoomboot' en 'Daar wordt aan de deur geklopt' vloog ons om de oren, volume natuurlijk voldoende hard. En ook de pepernoten lagen daar al op grote stapels (van de merken Spar, Euroshopper etc.). Sta je daar in je hempje en korte broek tussen de Sinterklaas spullen.
Heel veel liefs,
Marit en Joep