zondag 13 juli 2008
Dolfijnen
vrijdag 11 juli 2008
Naar het Westen – Bigi Pan
We wisten niet wat ons allemaal te wachten stond, want wij hadden het niet geregeld, maar eigenlijk wisten de anderen het ook niet, want een collega van hun had het geregeld. Maar we lieten ons verrassen. Na een tijdje zoeken en bellen, hadden we de opstapplek voor het bootje gevonden. Het enige waar we het aan konden herkennen was een klein bordje tussen de begroeiing in de berm. Toen we aan kwamen was het bootje er nog niet, we werden wel opgewacht door een vrouw, die erg hard haar best deed om haar man te bellen, die terug moest komen met het bootje. We zijn maar wat gaan eten en daarna konden we met de boot weg. Deze keer niet op een hele brede rivier zoals vorige week, maar in een kleiner riviertje.
Stukje de boot tillen over de onderbreking in de rivier.
Onderweg komen we opeens een onderbreking van de rivier tegen, wij keken er raar van op, maar de bootsman vaart er keihard op af. We moeten uitstappen en de boot trekken… Het viel nog niet mee, want het water was erg laag, dus er was wel 20 minuten trekken en sjorren voor nodig. Toen we weer verder vaarden, ging de bootsman af en toe langzamer varen, eerst begrepen we nog niet echt waarom, maar opeens zagen we een hele grote kaaiman (soort krokodil) op de kant liggen, die het water in plonsde. Weer een verassing, want we waren er niet van op de hoogte dat die daar zwommen. Na een stukje verder varen komen we op een groot meer en zien we een paar hutten midden op het water. De volgende verassing, want dat bleek onze slaapgelegenheid te zijn. We kregen een hangmat, die we mochten ophangen en dat was het. Wel echt lachen, want tegen die mannen waar we mee waren hadden ze gezegd dat we naar een resort gingen. De wc was een gat in de grond boven het water.
Heel komisch was dat we daar ook weer twee anderen tegenkwamen die ook op naar Galibi waren vorige week. We zaten al de hele tijd grapjes over hun te maken, dus toen was het wel enorm lachen toen we hun echt tegenkwamen. Maar zij bleven er niet slapen. Wij vijfen en daarnaast nog een groep van ongeveer 10 mensen. Onze bootsman had wat eten meegenomen wat we gingen eten, maar de bootsmannen van de andere groep kookten tot in de nacht de net gevangen vissen. Daar konden we ook lekker van mee eten. Allerlei vissen kwamen voorbij en zelfs hebben we kaaimanvlees gegeten, wat echt heel lekker was.
Veel geslapen hebben we niet. De hangmat zelf lag heel lekker, maar er waren ontzettend veel muggen en ook nog eens hele agressieven. Ze prikten dwars door alles heen, door je kleren en zelf door je kleren en de hangmat tegelijk. We waren helemaal ingewikkeld in de hangmat en hebben wel 10 keer overal DEET gespoten, maar dat hielp dus niet.
We zijn daarom weer vroeg opgestaan en zijn nog een stuk door het gebied wezen varen. We zijn nog een paar kaaimannen tegengekomen, maar jammer genoeg veel kleinere dan de dag ervoor. En nu lagen ze in het water, waardoor je alleen de ogen ziet. Daarnaast ook veel vissen voorbij zien komen. Het bijzonderste waren de springende vissen, die zo een meter boven water springen, er sprong er één zelfs in de boot. Er vliegen ook veel vogels, maar het schijnt dat er over een paar maanden nog veel meer zijn omdat het dan een tussenstop is van vogels die van Canada naar Brazilië vliegen.
Op de terugweg weer naar Paramaribo gingen we nog even langs Groningen. Een lief plaatsje aan de rivier op ongeveer 20 km van Paramaribo. Dus na een maandje uit Groningen zijn we weer in Groningen geweest J.
Als je goed kijkt zie je op de foto de ogen van de kaaiman.
Intussen al bijna 2 week aan het werk, waar we van alles meemaken, daar zullen we de volgende keer meer over vertellen. Ook al kunnen we niet helemaal alles opschrijven wat we willen, omdat het Academisch Ziekenhuis min of meer duidelijk had gemaakt dat ze eerder negatief in de publiciteit waren gekomen door o.a. Nederlandse mensen die van alles op internet zetten…
We wilden nog wat meer foto's op internet zetten, maar meer dan dit lukt niet nu, dus volgende keer meer!
Keti Koti
dinsdag 1 juli 2008
Drie dagen Galibi
De weg naar Galibi
Vanuit Paramaribo reden we eerst bijna 3 uur in een klein busje. De gids was onderweg van alles aan het vertellen. Naast ons, waren er nog 5 anderen: twee Nederlandse mannen die voor hun werk naar Suriname uitgezonden waren, een Surinaams-Nederlandse moeder met haar dochtertje van 10 en de vriend van de moeder. De weg is echt een enorme hobbelweg, gelukkig wist de gids/chauffeur waar de diepe gaten zaten. Tijdens de busrit kom je al weer zoveel nieuws en moois tegen: overal groen, af en toe kom je dorpjes tegen, vaak is het niet meer dan wat huisjes langs de weg, regelmatig zonder elektriciteit en water.
Aan het eind van de weg kwamen we in Albina, een klein dorpje aan de Marowijne-rivier. Die rivier is de grens tussen Suriname en Frans-Guyana. Vanuit Albina stappen we over in een bootje. Want ons eindpunt, Galibi, is alleen per boot bereikbaar. Het varen over de rivier is echt lekker, want de wind zorgt voor verkoeling. Wel onderweg een plotselinge plensbui, iedereen kroop onder plastic zijltjes of poncho’s, de boot vaarde net zo hard door, je kon door de regen niks meer zien. Gelukkig was het na 5 minuten weer afgelopen en werd de lucht weer stralend blauw.
Galibi
Na iets langer dan een uurtje varen waren we bij onze lodge. Die stond direct aan het water op het strand. Suriname heeft bijna geen strand. Dit is echt een mooi plekje, waar dus wel strand is. Eigenlijk bestaat Galibi uit twee hele kleine dorpjes die in elkaar overlopen, totaal wonen er 800 mensen. Je kan er echt alleen met de boot komen, dus er zijn geen auto’s, geen wegen, wel veel bootjes langs de kust. In Galibi wonen Surinaamse Indianen, oorspronkelijke bewoners van Suriname/inheemsen. Ze wonen in kleine hutjes/huisjes. Onze gids woont daar zelf ook. Het dorp had ook een schooltje, een winkeltje en een kerkje en zelfs een dierentuin(tje). De dierentuin is anders dan wat we in Nederland gewend zijn. De dieren lopen of vliegen allemaal gewoon los rond, om de dierentuin zelf is ook geen hek of andere afscheiding. Een aantal dieren zitten wel in hokken, zoals de slangen, de kaaimannen (kleine krokodil), maar die worden er allemaal uitgehaald voor je en als je niet oppast in je handen gedrukt. De aapjes springen zo uit een boom in je nek of kruipen gewoon bij je benen omhoog. Alles loopt door elkaar, verschillende aapjes, neusbeer, zwijnen, papagaaien en daarnaast lopen er ook nog wat honden. Joep was erg favoriet bij de aapjes.
Joep met aapje.
Schildpadden
’s Avonds om 10 uur gingen we weer het bootje in om naar de reuzenschildpadden in het natuurreservaat op zoek te gaan. Alleen al het varen in het donker was al een enorm belevenis. Het is echt pikkedonker, doordat er geen licht van waar dan ook vandaan komt. Echt enorm veel sterren waren er te zien. Echt niet eerder gezien, zoveel sterren. En daar varen we dan in het pikke donker. Onze boot heeft als verlichting een zaklamp die af en toe aan gaat. Na ongeveer drie kwartier varen, gaan de bootsmannen met hun lampjes naar het strand schijnen, om te kijken of er schildpadden zijn. We vinden eentje en gaan het strand op. Het is een lederschildpad, de grootste soort zeeschildpad. En inderdaad het was een enorm beest, zo’n 1,5 meter lang. Toen we aankwamen was de schildpad net begonnen een gat te graven voor de eieren. Na een tijdje begon het beest de eieren in het gat te poepen. Een stuk of 70 eieren kwamen er in het gat. Het zijn net ping-pong ballen, helemaal wit en als je ze vastpakt deuken ze een beetje in. Na het eieren leggen maakte het beest het gat weer dicht, echt een werk met zo’n groot lichaam op het strand. Af en toe moest de schilpad ook echt even uithijgen. Na het leggen van de eieren ging de schildpad nog een gat maken, een nepgat, om af te leiden van het gat met eieren. Maar het maken van dat gat hebben we niet kunnen zien omdat de schildpad pas van zijn eieren af gaat als het weer veilig is en de pottenkijkers weg zijn. Wel indrukwekkend om te zien, zo’n enorm beest en dan die eieren. We stonden er echt bovenop. We konden het beest uitgebreid aanraken en even een ei vastpakken. Foto’s met flits maken en in de ogen schijnen mag niet, om de beesten niet af te schrikken. De bezoekjes aan de schildpadden gaan in samenwerking met STINASU (Stichting Natuurbeheer Suriname). STINASU zorgt voor bescherming van en onderzoek naar de schildpadden.
Baby-schildpadje in Marits handen.
De volgende dag zijn we weer met de boot op pad gegaan. We zijn naar een zandbank gevaren, een paar km van de kust in de Atlantische Oceaan. De zandbank was door vloed wel bijna helemaal ondergelopen, het was dus nu een zandbankje. Maar we konden er wel lekker zwemmen. Daarna weer naar het strand gevaren om kleine schildpadjes te zoeken die uit de eieren kwamen. Maar die waren niet te vinden. De volgende dag hebben we nog wel een klein schildpadje gezien. De komende maanden komen er meer uit. ’s Middags konden we nog even relaxen en we hebben nog even lekker gezwommen. Bij eb kwam je geraamtes en koppen van enorme vissen tegen, die worden door de vissers terug in zee gegooid. We zagen veel koppen van meervallen, alleen de kop was alleen al bijna een halve meter. Dat zulke beesten in het water zwemmen, moet je maar even niet bij nadenken wanneer je zelf aan het zwemmen bent.
Aan het eind van de middag ging de gids nog even met ons door het dorp. We waren er ’s ochtends ook al even door gelopen. Maar met de gids erbij kom je nog een stuk meer te weten. Bijzonder om te horen hoe ze daar leven. Het ziet er allemaal heel relaxt uit. Je ziet af en toe wat bewoners rondlopen, liggen in een hangmat of zwemmen. Er staan heel veel mangobomen en palmbomen met kokosnoten. Echt lekker die mango’s en de gids heeft ook voor ons allemaal een verse kokosnoot opengehakt, waaruit we het kokossap met een rietje konden drinken.
’s Avonds kregen we een culturele voorstelling, waarbij de indianen hun dans en muziek lieten horen. De mannen slaan op enorme trommels en zingen, de vrouwen dansen. Wij hebben de basisdans ook geleerd en geoefend: met je armen zwaaien en door je knieën buigen. Na de show nog even met 2 anderen in de bar van het dorp wat gedronken. De barvrouw moet dan eerst even opgezocht worden, de vorige dag lag ze al te slapen, deze avond was ze nog wakker.
De volgende dag zouden we tegen 10-en weer met de boot vertrekken. Het werd wat later, omdat het nog eb was, en daardoor de boot te vast in het zand lag. Wij vonden het prima, dan konden we nog even lekker langs het strand lopen. Daarnaast waren we inmiddels wel gewend dat het altijd later werd dan de gids met ons afsprak. Soms was het een uur later en af en toe zelfs op tijd. Natuurlijk stond ons groepje wel steeds op tijd klaar. Marit zorgde bij elke keer ‘wachten’ ervoor dat het 10-jarige meisje die ook mee was zich niet verveelde: met een kokosnoot flessen met water omgooien en allerlei andere spelletjes werden verzonnen.
Vanaf Galibi vaarden we naar Saint-Laurent, een plaatsje aan de rivier in Frans-Guyana, het buurland van Suriname. Het land hoort bij Frankrijk, dus daar wordt Frans gepraat, wordt met euro’s betaald en worden croissantjes verkocht.
Daarna weer met het bootje naar Suriname en daar stapten we weer in een busje. Deze keer was het busje groter en daardoor kwamen de hobbels en bobbels in de weg nog duidelijker naar voren. Regelmatig werden we gelanceerd. Toch is dit een van de weinige hoofdwegen in Suriname.
Kortom, het waren heerlijke 3 dagen. Indrukwekkend, veel gezien, en een heerlijk relaxte sfeer.
Vandaag Keti Koti, groot feest in verband met (145 jaar) afschaffing van de slavernij. Morgen beide aan het werk.